Complexe oplossing die rigide wetgeving nog verzwaart
Het wetsontwerp voorziet een verplichte procedure of actieplan om een dekking van minstens 80% van de lonen door CAO’s te voorzien. Ronse stelt dat België al een uitgebreide en goed functionerende sociale wetgeving heeft, waarin de bescherming van werknemers en minimumlonen stevig verankerd is. “Onze huidige dekkingsgraad van het sociaal overleg bedraagt 96%, ver boven de voorgestelde drempel van 80%. Het invoeren van een verplichte procedure of actieplan bij een daling onder die grens lijkt dan ook volledig overbodig,” aldus Ronse.
Bedreiging voor concurrentievermogen
Ronse wijst ook op de impact van de richtlijn op landen met hoge loonkosten, zoals België. “De gedetailleerde toetsingscriteria, zoals een minimumloon afgetopt op 60% van het mediaan brutoloon, ondergraven de autonomie van lidstaten. Voor België, waar minimumlonen al tot de hoogste in Europa behoren, is dit nefast voor ons concurrentievermogen.”
Hij benadrukt ook de vicieuze cirkel waarin werknemers belanden door de hoge lasten op arbeid. “Van elke euro extra loon houdt een werknemer met een mediaan inkomen slechts 40 cent netto over. Voor werkgevers betekent datzelfde extra loon een drievoudige kost. Dit zorgt voor een lage loonspanning en ontmoedigt loopbaanontwikkeling.”
Kritiek op bijkomende ontslagbescherming
Het wetsontwerp introduceert bovendien strengere ontslagregels en extra bescherming voor werknemers die een klacht indienen over minimumlonen. Ronse vindt een stap te ver. “Enkele jaren geleden werden al spelregels ingevoerd tegen willekeurig ontslag. Is het echt nodig om nog meer complexiteit toe te voegen? Dit is opnieuw een voorbeeld van sluipende regulering die vooral de arbeidsmarkt verder verstikt.”
Gelijk speelveld, maar tegen welke prijs?
In theorie behouden lidstaten de autonomie over loonvorming, maar in de praktijk zorgen de nieuwe regels ervoor dat België onevenredig hoge minimumlonen moet hanteren in vergelijking met heel wat andere EU-landen. “Dat komt omdat België een kenniseconomie is, waar de focus ligt op innovatie en hoogwaardige jobs. Net dat gaat ten koste van kortgeschoolde werknemers die hier zo uit de markt worden geprijsd”, besluit Ronse.