Bijna 140.000 Vlamingen hebben tweede job

Bijna 1 op 20 werkende Vlamingen heeft naast zijn professionele hoofdactiviteit ook nog een tweede job. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams volksvertegenwoordiger Axel Ronse (N-VA) opvroeg bij Vlaams minister van Werk Jo Brouns (CD&V).
"In 2019, voor de coronacrisis, hadden 137.900 Vlamingen tussen 20 en 64 jaar een tweede activiteit naast zijn of haar job. In 2021 steeg dat aantal naar 139.300 personen, wat ook neerkomt op ongeveer 4,8% van de werkende bevolking met een woonplaats in Vlaanderen. Er is in Vlaanderen geen significante verandering op te merken voor en na de coronacrisis in het aantal personen met een tweede job", stelt Ronse vast.

Hooggeschoolden maken meer dan de helft uit van de groeppersonen met een tweede job.

Ook per opleidingsniveau zien we bij de hooggeschoolden procentueel het grootste aandeel personen met een tweede job: 5,3% van de werkende hooggeschoolden heeft een tweede job, vergeleken met 4,5% bij de middengeschoolden en 3,6% bij de kortgeschoolden. Daarnaast zijn er nog steeds meer mannen (56%) die een tweede job uitoefenen dan vrouwen (44%). Binnen de groep met een tweede job is het aandeel van zelfstandige activiteiten licht gedaald. 60,5% van de uitgeoefende tweede jobs zijn als zelfstandige in 2021, tegen 63,8% in 2019. Anderzijds telde Vlaanderen in 2021 wel een recordaantal nieuwe eenmanszaken en vennootschappen. "Vlaanderen blijft de motor van de economie in ons land. De Vlaming blijft ook ondernemen. Dit blijkt opnieuw uit bovenstaande cijfers. Daarom moeten we verder gaan op de ingeslagen weg en alle drempels wegwerken zodat iedereen die wil ondernemen kan ondernemen", besluit Axel Ronse.