Kamerlid
Kruimelpad
Et si tu n’existais pas
Ik zit achter m’n bureautje. Ik heb zin om te schrijven over mijn bestaan in het Vlaams Parlement. Joe Dassin begeleidt me. Meteen treffend: ‘Et si tu n’existais pas. Dis moi pourqoi j’existerais’.
Precies of er hogere krachten mee gemoeid zijn. Dat liedje omschrijft exact mijn gevoel van nu in het Parlement. Het leven van de backbencher. De tekst klink wat triest maar mispak je niet, de muziek is vrolijk. Zo is ook het bestaan van de backbencher.
Omdat er minder of niet naar ons geluisterd wordt hebben wij de vrijheid om veel meer te zeggen. Dat is leuk.
Het regent. De septemberverklaring werd vandaag uitgesteld. Ik zag net de beelden van het parlement. Ik zie mezelf. Sereen, bijna plechtstatig voor me uitstarend wanneer de oppositie spreekt. Vurig ‘handje klap’ voor onze Minister President. Strak in pak. Ik ga anoniem op in de massa parlementsleden. Comme que je n’existais pas.
Ik keek vandaag even rond. Ik ging op zoek naar de gezichten van Steven Coenegrachts, Stijn De Roo, Wim Verheyden, Robrecht Bothuyne, Ilse Malfroot, Bjorn Rzoska en Tom Ongena. Met hen was ik vorige week op parlementaire zending in Wenen en Zürich. Heel diverse groep. Groot deel onder hen met wie ik nog nooit een deftig gesprek voerde in het Parlement. Ik wist niet wat ik van die week of van die groep moest verwachten.
Met de hand op het hart kan ik zeggen dat elk van hen met enorm veel energie, nieuwsgierigheid en onbevangenheid zeer aandachtig luisterde naar hoe men in Oostenrijk en Zwitserland omgaat met krapte op de arbeidsmarkt, de energiecrisis, het versterken van onderzoek & ontwikkeling, het bieden van kansen aan mensen met een mentale of fysieke uitdaging.
Vooral het kanton Zürich was ronduit indrukwekkend. Werkzaamheidsgraad van 82%, mediaan loon van 7.700 euro, laagste inkomensongelijkheid. Groot vertrouwen in de federatie want wat die doet is de positieve beslissing en keuze van de 26 autonome kantons. Ieder met hun eigen grondwet.Werkweek van bijna 43 uur, flexibel ontslagrecht, werkloosheidsuitkering die in de tijd beperkt is van 90 tot 600 dagen (afhankelijk van de leeftijd), geplaffoneerd op maximale wedde van 150.000 euro. Rechtse recepten met een zeer sociale uitkomst. Ik begon al te dromen dat Vlaanderen het 27ste kanton van Zwitserland zou worden.
Opvallend trouwens hoeveel Vlamingen een toonaangevende rol spelen in ETH. Dat is één van de beste technologie universiteiten ter wereld. Op 2 universiteiten na (waaronder ETH) zijn alle Zwitserse universiteiten via de kantons gefinancierd. ETH krijgt anderhalf miljard euro van de federale overheid. Professoren die een departement voorzitten (bij ons een decaan) mogen zelf bepalen waarop ze worden geëvalueerd, krijgen carte blanche voor het inzetten van hun middelen maar worden om de 6 jaar wel genadeloos geëvalueerd.
Gevolg: Zwitersland is één van de meest innovatieve landen ter wereld en speelt op economisch vlak Champions League ondanks een zeer hoge loonkost. Een nationaal minimumloon kennen ze niet maar per sector worden wel minima vastgelegd. Daarop controleren ze maniakaal. De achillespees van hun economie.
Oostenrijk lijkt meer op ons wat economisch beleid betreft. Een beetje archaïsche VDAB (dat noemt daar AMT) gaf ons een presentatie die dateerde van 17 november 2009. Tot mijn grote verbazing is daar de werkloosheidsuitkering ook onbeperkt in de tijd. Al is die wel veel degressiever dan bij ons en kom je na 2 jaar op ongeveer het niveau van ons leefloon. Ze slagen er wel ferm in om langdurig zieken opnieuw op de arbeidsmarkt te krijgen (133.000 per jaar).
Wij hebben een positieve handelsbalans met Oostenrijk en er zit daar wel nog veel potentieel. Machtig ook om te zien hoe ze zich eigenlijk nog steeds een beetje de Habsburgers van het grote Oostenrijk-Hongaarse rijk voelen. Dat leeft daar echt nog.
Maar genoeg over Wenen en Zürich. Zo’n parlementaire zending doet je inzien dat de applausmachines van de grote politieke tenoren op de achterste banken van het parlement veel meer zijn dan anonieme schimmen in maatpak.
Zo’n week samen schept een band. Doet je op een andere manier kijken naar collega’s. Ik weet dat dat melig klinkt maar eigenlijk is het goed voor een democratie om een diverse groep mensen willekeurig uit het parlement te plukken en een week lang intensief onder te dompelen in hoe andere landen soortgelijke uitdagingen aanpakken.
Op terugweg heb ik me voorgenomen om mezelf en alle backbenchers een stem en gezicht te geven. Veel meer dan regelmatig mijn hersenspinsels op mijn socials delen en misschien een podcast zal dat niet voorstellen.
Ik denk dat het onze democratie een bescheiden dienst kan bewijzen. Veel collega’s werken echt keihard in het parlement. Stellen wekelijks kritische vragen in commissies, proberen vernieuwende voorstellen via conceptnota’s of resoluties te lanceren. Als die al eens leiden tot een belga bericht wordt de champagne al ontkurkt. Ik vind dat er meer aandacht mag gaan naar het harde werk dat collega’s van links tot rechts verrichten dan naar de platte ruzies die selectief worden uitvergroot.
Het komende anderhalf jaar wordt cruciaal voor onze welvaart. Hoe gaan we onze loonkostenhandicap aanpakken, op welke manier zorgen we ervoor dat bedrijven die gezond waren voor de energiecrisis nu kunnen overleven. Onze middelen zijn beperkt, gericht inzetten is de boodschap. We hebben alle koppen en invalshoeken in het parlement nodig. Iedereen op scherp.
Maar we moeten niet alleen een crisis bezweren. We moeten ook keuzes maken voor de samenleving waarin we willen leven. Hoe gaan we om met diversiteit, hoe herverdelen we op een rechtvaardige manier, waarin willen we economisch excelleren, welke stappen zijn realistisch te zetten op vlak van klimaat en energiehuishouding. Ik vind het alleszins het grootste voorrecht van mijn leven om daar als backbencher in ons prachtige Vlaams Parlement aan mee te werken.
En dan nu … rosé, olé